11 December 2012

Onder de Linde


Plaatje en onderstaande tekst zijn met dank en hoogachting overgenomen uit: "Wijze vrouwen en godinnen" (blz. 139-140), auteur Aat van Gilst (2001), uitgeverij Aspect.

~

Opmerkelijk is dat de linde met haar zachtgeurende bloesem in de Nederlandse taal de enige vrouwelijke boomnaam draagt. In de Noordse mythologie was zij aan Freyja gewijd en bij de Slavische volken aan de liefdesgodin Krasogani. Nog ten tijde van de romantiek hebben de dichters aangevoeld dat deze boom, die in sagen en sprookjes als woonplaats van de witte of wijze vrouw geldt, eens een religieuze betekenis heeft gehad:

Am Brunnen vor dem Rore
da steht ein Lindenbaum...

Wilhelm Müller (1794-1827)

Geen boom heeft in ons volksleven een belangrijker plaats ingenomen dan de linde die dikwijls bij een waterput in het midden van een dorp stond. Als leverancier van een der beste honingsoorten en van volksgeneesmiddelen is haar rol nog lang niet uitgespeeld; ze geldt als beschermboom tegen de bliksem en vormde eens het middelpunt van volksfeesten:

Schon um die Linde war es voll,
und Alles tanzte schön wie toll.
Juchhe! Juchhe!

Goethe. Faust

Terecht noemde de middeleeuwse dichter Jacob van Merlant in Der natueren bloeme de linde:

In Dietslant die minlixte (geringste) boem van scaden
endie minlijxste (schoonste) van bladen.


De linde was het middelpunt van veemgerichten en diende nog lange tijd als de plaats van openbare afkondigingen. Het zachte lindehout is veelvuldig gebezigd voor het snijden van madonnabeelden. Soms zijn Mariabeeldjes aan een lindenboom bevestigd, zoals in Vlaanderen:

Weest gegroet mij, nauwelijks uit den morgendoom
erkenbaar Lieve-Vrouwken, aan den Lindeboom!

Guido Gezelle. Aan den lindenboom

[enz.]

No comments:

Post a Comment